De komende jaren zal er een nieuw afzonderlijk emissiehandelssysteem, ETS 2, worden ingevoerd die zich richt op de CO2 emissies van de gebouwde omgeving, transport en de kleinere industrie. Dit systeem gaat qua werking lijken op het al bestaande ETS voor de grote industrie en energiebedrijven maar staat er verder los van. Het ETS-2 legt een verplichting op aan brandstofleveranciers maar zal indirect ook gevolgen hebben voor alle afnemers.
De werking
In het EU-ETS 2 moeten leveranciers de CO2-uitstoot van hun geleverde brandstoffen monitoren, hierover rapporteren en vervolgens emissierechten inleveren. Er zullen jaarlijks een hoeveelheid emissierechten worden geveild. Deze emissierechten vertegenwoordigen het recht om een bepaalde hoeveelheid CO2 uit te stoten. Afhankelijk van de vraag naar emissierechten en het geveilde aanbod, dat jaarlijks afneemt, zal er een prijs ontstaan voor een emissierecht. Dit principe kennen we al vanuit het EU ETS maar dit is een losstaand systeem dat niet afhankelijk is van de EU ETS I ontwikkelingen.
In principe vallen alle leveringen van brandstof aan eindgebruikers die nog niet vallen onder het bestaande EU ETS-1 onder de regeling met enkele uitzonderingen zoals de land- en bosbouw, visserij, scheepsvaart en spoor. Het is momenteel nog onzeker in hoeverre de glastuinbouw, waarvoor al een eigen CO2 heffing zal gaan gelden, ook binnen de scope valt. Hierover zal op korte termijn een beslissing worden genomen.
De veilinginkomsten zullen voor een deel naar een Europees sociaal klimaatfonds gaan waarmee de impact voor kwetsbare huishoudens en kleine ondernemingen kan worden verlicht en woningen dienen worden te verduurzaamd. Het resterende deel zal worden verdeeld over alle lidstaten.
De impact
Het afzonderlijke emissiehandelssysteem zal gefaseerd worden ingevoerd met emissierapportage en -bewaking vanaf 2025. Het eerste nalevingsjaar is gepland voor 2027. Dit betekent dat de bewakings- en rapportageverplichtingen voor het nieuwe systeem van kracht zullen zijn vanaf 2025, terwijl de financiële consequenties pas in 2027 zullen gelden. Het systeem bevat overigens een clausule die de start van de volledige invoering met een jaar kan uitstellen als de prijzen van gas of olie in 2026 als “uitzonderlijk hoog” worden beschouwd.
Deze geleidelijke invoering van het nieuwe systeem, samen met een minder ambitieuze emissiereductiedoelstelling van 43% tegen 2030, vergeleken met de 62% onder EU-ETS, is ingevoerd om de overgang voor huishoudens en bedrijven soepeler te laten verlopen. Bovendien zal het systeem een prijsplafond van 45 euro per ton hebben, dat geldig zal zijn tot eind 2029. Het plafond zal worden gehandhaafd met een marktstabiliteitsmechanisme waarmee extra rechten worden vrijgegeven indien de prijs te hard stijgt.
De verplichting, en dus ook alle administratieve afhandeling en de kosten, komt dus te liggen bij de brandstofleverancier. Voor huishoudens en bedrijven zullen de gevolgen van ETS-2 tot uiting komen in hogere brandstofprijzen, aangezien de leveranciers de kosten doorberekenen aan de afnemers. Ter indicatie, wanneer het prijsplafond zou worden bereikt, betekent een kostenverhoging op de aardgasrekening van 8 cent per m3 aardgas.
Voor afnemers is het van belang dat zij in doorrekeningen van energiebesparings- en verduurzamingsplannen rekening houden met deze extra kosten. BlueTerra helpt u graag om de impact van ETS-2 voor uw bedrijf in kaart te brengen.