De Brabantse industrie heeft diverse troeven in handen om op grote schaal CO2-uitstoot te gaan reduceren. Het elektriciteitsnet is stevig, er wordt veel gebruik gemaakt van relatief lage temperatuur warmte en de chemische clusters kunnen aangesloten worden op waterstof- en CO2-leidingen. Dat blijkt uit onderzoek van BlueTerra in opdracht van de Provincie Brabant, waarbij diverse databronnen zijn gecombineerd.
Het doel van het onderzoek was om het industriële energieverbruik in Noord-Brabant in kaart te brengen en daarbij inzicht te geven in hoe dit verbruik geografisch en sectoraal verdeeld is. Er waren geen kant-en-klaar databronnen, dus een nieuwe methodiek was nodig. BlueTerra heeft op basis van CBS en Kamer van Koophandel (KVK) data, aangevuld met data van Nederlandse Emissie Autoriteit (NEA) en andere bronnen, een database samengesteld van de 130 grootste energieverbruikers van Noord-Brabant. Met deze gegevens konden vervolgens analyses en uitsnedes van het energieverbruik en de mogelijke besparingsopties worden gemaakt.
Daaruit kwamen enkele interessante inzichten. Belangrijke technieken voor de Brabantse industrie zijn industriële warmtepompen en mechanische damprecompressie (MVR). Hiermee kan met een hoog rendement restwarmte en lagedrukstoom hergebruikt worden, waarmee de industrie in 2030 maximaal 42% op finale energie kan besparen.
Dit biedt met name grote kansen voor de voedingsmiddelen- en drankenindustrie, waar gebruik gemaakt wordt van warmte van maximaal 200 graden. Voor deze sector geldt dat er ondanks de diversiteit in productieprocessen veel gelijkvormigheid zit in energiesystemen. De voedingsmiddelen- en drankenindustrie is sterk vertegenwoordigd in Brabant.
Ook voor de chemische industrie liggen er mogelijkheden. Het aantal grote chemische bedrijven in Brabant is beperkt en hun energiesystemen zijn complex en vervlochten met nabij gelegen bedrijven. Maar er wordt heel veel CO2 uitgestoten. Een clusteraanpak ligt voor de hand voor Moerdijk en voor Bergen op Zoom. CO2-afvang (CCS) lijkt bij restgassen de enige oplossing, uiteraard na reductie van de hoeveelheid ervan. Wat in de toekomst nog resteert zijn grote hoeveelheden lagetemperatuurwarmte van 50 graden. Deze kunnen worden ingezet worden als een warmtebron voor de gebouwde omgeving.
De Provincie kan een rol pakken om de transitie te versnellen, bijvoorbeeld door afspraken met CEO’s maken om de transitie te versnellen. Zij kan meer mankracht op vergunningen, regiefuncties en infrastructuur zetten en best beschikbare technieken afdwingen in vergunningen. Daarnaast kan de Provincie duurzaamheidscriteria toevoegen aan haar eigen inkooptrajecten om koplopers te stimuleren de ingeslagen weg door te zetten.
BlueTerra heeft met haar onderzoek een menukaart aangeboden aan het bestuur. Nu is de politiek aan zet.
Voor meer informatie over de uitkomsten van het onderzoek of de methodiek die is gebruikt bij deze analyse kunt u contact opnemen met Jeroen Larrivee.