Hoge CO2 prijs voedt discussies over werking EU ETS systeem
De prijs van een CO2 emissierecht is afgelopen jaar gestegen naar een niveau van boven de 85€/ton. Waar volgens diverse partijen dit de succesvolle werking van het EU ETS aantoont, zorgt de stijging ook voor de nodige kritiek en discussies over ingrijpen en aanpassen van het systeem.
Polen is momenteel de grootste pleitbezorger van het ingrijpen in het EU ETS systeem en wil de prijs verlagen. Polen is erg afhankelijk van kolen en wordt dus zwaar geraakt door de sterk gestegen CO2 prijzen. Ook andere, met name Oost-Europese, landen hebben hun zorgen uitgesproken. Een eenmalige injectie van rechten in het systeem zou volgens Tsjechië de prijzen kunnen stabiliseren. Veel lidstaten zijn echter bang dat een dergelijk politiek ingrijpen de geloofwaardigheid, en daarmee de werking van het gehele systeem onderuit kan halen.
De kritiek van criticaster van het EU ETS richt zich met name op de rol van financiële instellingen. Zij handelen in CO2 rechten en zouden een toenemende rol hebben op de ETS markt. Hierdoor wordt de vraag en aanbod van CO2 rechten beïnvloedt en de prijs opgedreven. Daarbij is er geen gelijk speelveld met industriële partijen omdat deze instellingen niet jaarlijks hun CO2 uitstoot af hoeven te dekken.
Mede om dit verschijnsel te duiden heeft de European Securities and Markets Authority (ESMA) opdracht gekregen om de werking van de ETS markt te duiden. In de voorlopige analyse stelt het ESMA dat het systeem naar behoren functioneert. Er zijn financiële instellingen actief in de markt maar hun aandeel blijft relatief klein. De markt werkt zoals deze bedoeld is: de industrie en de elektriciteitssector kopen rechten om hun positie te dekken terwijl financiële instellingen als tussenpersoon functioneren en handel faciliteren en liquiditeit in de markt brengen. Begin dit jaar wordt de definitieve rapportage van het ESMA verwacht. Als daarin de conclusies van het voorlopige rapport worden gehandhaafd lijken grootschaligere aanpassingen in de rol van externe deelnemers niet aannemelijk.
Tegenover de lidstaten die ageren tegen de hoge prijzen staan de landen die juist een minimumprijs bepleiten om de industrie meer lange termijn zekerheid te geven. Duitsland wil op Europees niveau een prijsbodem introduceren en, als dit niet mogelijk blijkt, een nationale bodemprijs van €60/ton in gaan voeren. In het Nederlandse regeerakkoord staat dat er een oplopende bodemprijs voor het ETS zal worden geïntroduceerd, bij voorkeur in samenspraak met omliggende landen. Volgens analisten is een EU brede bodemprijs echter zeer onwaarschijnlijk door de felle tegenstand van diverse lidstaten.
Daarnaast staat ook een snellere afbouw van de gratis rechten van de sectoren die onder de Europese CO2 grensheffing (CBAM) gaan vallen op de agenda. In een conceptvoorstel van de Europese commissie wordt hierop aangestuurd. Terwijl in het originele plan over de grensheffing de bijbehorende afbouw van rechten tot en met 2036 zou moeten duren, wordt voorgesteld om vanaf 2025 het aantal gratis rechten naar nul af te bouwen in 2028. Daarnaast zou het CBAM ook direct moeten gelden voor waterstof, de organische chemie en polymeren, naast de reeds aangewezen sectoren. Een dergelijke aanpak zou de impact van de grensheffing voor de industrie fors kunnen verhogen. Het betreft op dit moment nog een conceptvoorstel van het Europees parlement en de vraag is in hoeverre dit voorstel uiteindelijk zal worden overgenomen door de Europese commissie.
Duidelijk is dat de impact van het EU ETS toeneemt. De marktprijzen zijn hoog en grillig, terwijl het beleid rondom de ETS volop in de discussie staat. Bent u benieuwd welke gevolgen de laatste ontwikkelingen kunnen hebben op de prijs van het EU ETS en het aantal gratis rechten dat u ontvangt? Neem dan contact op met Jeroen Buunk.