Houtsnippers zijn een duurzame transitiebrandstof voor de grotere energiegebruikers. Een belangrijk deel van de houtsnippers die in Nederland vrijkomt uit bos, landschap en stedelijk groen wordt geëxporteerd naar landen als Duitsland en Denemarken. Het is de verwachting dat deze export in de komende jaren vermindert wanneer het binnenlands gebruik toeneemt.
Achtergrond
Voor biomassaketels worden grofweg twee type biomassa gebruikt; houtpellets en houtsnippers. Bij aanschaf van een biomassaketel committeert de gebruiker zich voor een lange periode aan energie uit de gekozen vorm van biomassa.
In de oriëntatie op een (nieuwe) biomassaketel kunnen er vragen opkomen omtrent de oorsprong, duurzaamheid, beschikbaarheid en toekomstverwachting van de biomassa. In dit artikel wil BlueTerra de houtsnippermarkt verder toelichten, om u een beter inzicht te geven in deze biomassa-markt.
Oorsprong van de houtsnippers
Met houtsnippers wordt officieel houtige biomassa bedoelt, bijvoorbeeld in de vorm van chips of chunks. Al deze vormen komen voort uit een grove bewerking van snoei/rest hout, met een vochtpercentage van ongeveer 50%. Daarnaast hebben deze vormen een lage stort-dichtheid, waardoor ze ongeschikt zijn voor (internationaal) transport. Door de beperkte transportmogelijkheden heeft de houtsnippermarkt een regionaal karakter.
In Nederland wordt er jaarlijks 1 miljoen ton houtige biomassa ingezameld uit snoeihout (44%), landschapsonderhoud (37%) en bosbouw (19%). Hiervan wordt ongeveer 57% geëxporteerd naar het buitenland. Van de overige 430 000 ton wordt het grootste deel voor energieopwekking gebruikt, zoals weergegeven in Figuur 1.
Figuur 1 – Afzet houtige biomassa uit Nederland, totale markt 1 003 000 ton/jr (Probos 2016)
Prijsstelling biomassaprijs
Met de verschillende bronnen van biomassa ontstaat er ook een spreiding in de biomassaprijzen. Verschillen in prijsstelling kunnen voortkomen uit kwaliteitsverschillen (o.a. droge stof gehalte) en de verschillende oogsttechnieken, zoals weergegeven in Figuur 2. Ook zijn er duidelijke markteffecten merkbaar in gebieden met veel biomassagebruikers en weinig biomassapotentieel. Verder spelen transportkosten een grote rol, vooral wanneer de afstand tussen bron en verbruiker meer is als 100 km.
Figuur 2 – Typische oogstkosten van houtige biomassa uit bosbouw (Probos 2013)
Overigens worden houtsnippers en –chunks vrijwel altijd geproduceerd uit tak- en tophout, welke vrijkomt bij het snoeien en uitdunnen van bestaande groenpercelen. Het dikkere hout (rondhout) heeft meer waarde als grondstof in vaste vorm, bijvoorbeeld voor de houtverwerkende industrie.
Toekomst verwachting
Uit een bewerking van de internationale marktstudie EFSOS II heeft Probos de huidige en verwachte houtconsumptie in Nederland uitgewerkt voor de periode 2010-2030 (Probos 2016). Wanneer dit wordt teruggerekend naar de hoeveelheid houtige biomassa voor energieopwekking ontstaat de grafiek van Figuur 3. Deze geeft het gevolg aan van de crisis, maar ook een sterke groei tot 2030.
Figuur 3 – Verwacht binnenlands verbruik van houtige biomassa voor energie toepassingen
Het is de verwachting dat de groei in het gebruik zal resulteren in een (lichte) prijsstijging en daardoor een verminderde export van houtige biomassa. Maar ook in de verdere professionalisering van de biomassaketen, lees het efficiënter ontsluiten van biomassa. Verder zullen meer overheden het lokale gebruik van biomassa stimuleren, zoals nu al het geval is in bijvoorbeeld de gemeente Ede.