Onlangs hebben Bob Fennis en Jeroen Larrivee een belangrijk project afgerond gericht op de toepassing van warmtepompen in de Nederlandse glastuinbouw. Het onderzoek, uitgevoerd als onderdeel van het programma 'Kas als Energiebron', richtte zich op de technische en economische haalbaarheid van warmtepompen voor kassen. Het doel was om inzicht te bieden in de werking en voordelen van warmtepompen voor glastuinbouwbedrijven en handvatten te geven voor hun implementatie.

De glastuinbouwsector heeft zich gecommitteerd aan klimaatneutraliteit tegen 2040, met een tussentijdse doelstelling voor 2030 om de CO₂-uitstoot te reduceren tot 4,3 megaton CO₂-equivalenten. Warmtepompen spelen hierin een sleutelrol omdat zij aanzienlijk minder CO₂ uitstoten vergeleken met traditionele aardgasketels. Ze gebruiken elektriciteit in plaats van aardgas en kunnen daardoor profiteren van de groei van duurzame energiebronnen zoals zon- en windenergie. Bovendien zijn warmtepompen efficiënter en economischer in gebruik, wat ze tot een aantrekkelijke optie maakt voor telers die willen verduurzamen en kosten willen besparen.

Dankzij een samenwerkingsverband tussen Glastuinbouw Nederland, het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en diverse technische partners zoals De Rijke Techniek en ECW Energy, kwam het idee tot stand om een handboek te schrijven.

Een begeleidingscommissie, samengesteld uit experts uit de sector, fungeerde als klankbordgroep en leverde waardevolle input gedurende het onderzoek. Daarnaast droegen verschillende bedrijven en onderzoeksinstellingen, waaronder Wageningen UR en Van Dijk Heating, bij aan het project. Deze collectieve inspanning, gefinancierd door subsidies en ondersteund door kennisdeling via het programma ‘Kas als Energiebron’, heeft geleid tot een gedetailleerd en praktisch rapport dat telers helpt de transitie naar duurzame energie te maken.