Op 29 april 2018 heeft Schiphol grote problemen gehad met zijn stroomvoorziening, de oorzaak hiervan wordt onderzocht door TNO en lijkt een installatiefout te zijn geweest. Als de spanning uitvalt en onderdelen van de installatie vallen daardoor stil kan dit grote gevolgen hebben voor veiligheid, kosten en de beschikbaarheid van diensten of processen. Een goedwerkende Uninteruptable Power Source (UPS) en noodstroom kunnen deze gevolgen wegnemen, of in ieder geval tot een acceptabel niveau beperken.
Vaak worden de termen UPS en noodstroom door elkaar gebruikt terwijl hier praktisch gezien fundamentele verschillen in zitten:
- Een Uninteruptable Power Source (UPS), de naam zegt het al, zorgt ervoor dat op het moment dat de spanning uit dreigt te vallen, deze zonder onderbreking wordt overgenomen door een andere bron. Hierdoor blijven de eerdergenoemde gevolgen uit en kunnen processen veilig en zonder schade of productverlies worden onderbroken en weer goed kunnen worden opgestart zodra de spanning weer terugkeert.
- Noodstroom kan worden ingezet nadat de stroom is uitgevallen, zodat er niet gewacht hoeft te worden eerdat de spanning weer terugkeert. Hierdoor kunnen de processen weer worden hervat zodat er geen inkomsten misgelopen worden en de diensten weer beschikbaar zijn. Zodra de spanning terugkeert, kan de noodstroom worden afgeschakeld en kan de bedrijfsvoering weer normaal worden voortgezet.
Omdat een UPS meestal van beperkte duur vermogen kan leveren, is deze niet geschikt om de installatie te voeden totdat de spanning weer terugkeert. Daarentegen heeft noodstroom meestal een opstarttijd nodig en kan deze niet voorkomen dat processen kortstondig uitvallen. Daarom worden deze twee oplossingen vaak gecombineerd (en daarom ook verward).
Voor elk van de twee oplossingen (en de combinaties ertussen) zijn verschillende technieken mogelijk met voor- en nadelen. De meest gebruikte UPS’en werken op batterijen met een gelijkrichter en omvormer om de sinusvormige spanning in stand te houden en de meest gebruikte noodstroom wordt opgewekt met een dieselaggregaat vandaar de term noodstroomaggregaat (NSA).
Beide technieken zorgen wel voor extra energieverlies, ook als ze niet eens gebruikt worden. Oudere UPS’en (of in situaties met gevoelige apparatuur) werken vaak met een dubbele conversie, dat wil zeggen dat de wisselspanning van het net eerst geconverteerd wordt naar gelijkspanning, om vervolgens de batterijen op spanning te houden en daarna weer worden geconverteerd naar wisselspanning om de installatie te voeden. Deze verliezen kunnen beperkt worden door maar een klein (preferent) deel te laten voeden met een UPS, of om te kiezen voor een systeem dat de wisselspanning meet en alleen converteert op het moment dat deze uit dreigt te vallen. Bij een NSA worden de meeste verliezen veroorzaakt door het warmhouden van de motor (carter) zodat deze snel en betrouwbaar kan starten.
Een interessante oplossing voor deze problemen, vooral bij hogere vermogens, is een Diesel Rotating Uninteruptable Power Source (DRUPS). In deze gecombineerde UPS en NSA-oplossing, zorgt een elektromotor ervoor dat een vliegwiel altijd blijft draaien (synchroon aan de netspanning). Zodra de spanning uit dreigt te vallen, wordt de elektromotor gebruikt als generator die aangedreven wordt door de opgeslagen kinetische energie uit het vliegwiel. Hiermee kan het NSA gelijk worden opgestart zonder het energieverlies van de standverwarming en spanningsconversies. De bijkomende wrijvingsverliezen van het vliegwiel zijn een stuk lager.
Om een goed werkende voorziening te hebben voor als er een storing in het elektriciteitsnetwerk optreedt, is het belangrijk om door een onafhankelijke adviseur een ontwerp te laten maken die is afgestemd op de specificaties van de installatie. Daarnaast zijn periodieke testen noodzakelijk om een goede werking te blijven garanderen.
Wilt u meer informatie over UPS en noodstroom of vraagt u zich af wat wij voor uw bedrijf kunnen betekenen, neem dan contact op met Dominique Bouchier.