Vanaf 1 januari komen er naast de garanties van oorsprong (GvO’s) voor duurzaam opgewekte elektriciteit ook Certificaten van Oorsprong (CvO) voor alle andere met fossiele brandstoffen opgewekte elektriciteit. Dat is een gevolg van een amendement op de wet Vet en wordt ook wel full disclosure genoemd. Voor fossiel opgewekte MWh-en mag het geen GvO heten maar een CvO, het komt echter op hetzelfde neer. De wetwijziging houdt in dat leveranciers van alle elektriciteit die zij leveren de herkomst via certificaten moeten kunnen aantonen. Dit administratieve systeem wordt in Nederland beheert door Certiq. Producenten van elektriciteit kunnen zich registreren bij Certiq waarbij vervolgens door Certiq de opgewekte MWh-en gecertificeerd worden. Voor producenten is dit geen verplichting maar wel een kans om extra inkomsten te genereren. Leveranciers moeten namelijk voldoende certificaten hebben om stroom te kunnen verkopen. De certificaten vertegenwoordigen dus waarde. De hoogte van die waarde is afhankelijk van het type opwekking en de locatie van de opwekking die zijn gekoppeld aan het GvO certificaat. Het is gebleken dat de consument meer wil betalen voor lokale duurzame energie. Daardoor ligt de prijs van een GvO van elektriciteit van waterkracht uit Noorwegen (1,5€/MWh) bijvoorbeeld lager dan die vanuit wind of zonne-energie in Nederland (6 €/MWh).
Met de nieuwe certificaten van oorsprong kan de brandstof worden herleidt, dus aardgas, kolen of nucleair. Elektriciteit uit WKK wordt aangemerkt als ‘uit aardgas geproduceerd’. Er is dus helaas geen extra credit voor het WKK element, iets wat CertiQ overigens wel zou willen. Maar alle elektriciteit opgewekt met aardgas heeft een aanzienlijk lagere emissie dan uit kolen (800 tot 900 gr/kWh) of zelfs het fossiele gemiddelde (ca 600 gr/kWh). Dit zou kunnen betekenen dat elektriciteit uit aardgas gewilder zou worden dan elektriciteit uit kolen. Ook is de vraag of de consument niet liever elektriciteit uit aardgas koopt dan van nucleaire energie dat een imagoprobleem rondom veiligheid kent.
Wat betekent dit nu concreet voor WKK? Op zich is dit een kans op een extra verdienmodel. Nu al worden CvO’s op aardgas van elektriciteit uit Nederland verkocht in Oostenrijk, omdat daar al met dit systeem wordt gewerkt. De prijs van deze certificaten is naar verluid zo’n 20 ct per MWh. Het is nog erg onzeker hoe deze prijs zich gaat ontwikkelen. Dit hangt onder andere af van het aandeel van de geproduceerde elektriciteit dat geregistreerd gaat worden, oftewel hoe groot het aanbod gaat zijn. Daarnaast is het de vraag of andere landen ook een dergelijke verplichting voor leveranciers in gaan voeren. Als dit niet of beperkt gebeurt dan dreigt de Nederlandse markt overspoelt te worden met buitenlandse certificaten wat de prijs zal drukken. Ten slotte is het nog onzeker hoeveel meerwaarde een leverancier kan halen uit elektriciteit uit aardgas ten opzichte van andere fossiele brandstoffen. Het lijkt echter aannemelijk dat de prijs voor een aardgas certificaat van oorsprong aanzienlijk hoger kan komen te liggen dan de huidige prijs in Oostenrijk en dit op termijn wel degelijk een interessante extra inkomstenbron kan vormen voor WKK’s.
Het betreft een complexe situatie en de kans bestaat dat de invoering van dit systeem voor 1 januari niet gered gaat worden. Nog veel onzekerheid dus wellicht maar een interessante mogelijkheid voor WKK’s. Hou dus ons nieuwsbericht in de gaten of neem contact op, wij volgen de ontwikkelingen.